De hervorming van de innovatie-aftrek
De wet rond de innovatie-aftrek werd hervormd zodat deze volledig conform is met de OESO-richtlijnen (Richtlijnen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen.). De innovatie-aftrek vervangt de vroegere “octrooiaftrek”.
Het is bovendien een hervorming waarbij het toepassingsgebied werd uitgebreid tot software, weesgeneesmiddelen en kwekersrechten.
Vennootschappen kunnen 85% van de netto-inkomsten uit kwalificerende intellectuele eigendomsrechten in mindering brengen van de belastbare basis. De vennootschap dient niet noodzakelijk eigenaar van de rechten te zijn, in principe kan het volstaan dat zij over gebruiksrechten beschikt.
Het materieel toepassingsgebied van de nieuwe aftrek wordt uitgebreid. Zo geldt de aftrek naast voor inkomsten uit octrooien of aanvullende beschermingscertificaten, ook voor andere intellectuele eigendomsrechten zoals kwekersrechten, licentievergoedingen en auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s, zoals software.
Vooral deze laatste categorie is een gevoelige uitbreiding van het toepassingsgebied van de maatregel in vergelijking met de vroegere octrooiaftrek. Bovendien zullen ook meerwaarden op bovenstaande categorieën van intellectuele eigendomsrechten in aanmerking komen voor de aftrek indien deze meerwaarden worden geherinvesteerd.
De netto-inkomsten worden bepaald op basis van de zogenaamde modified nexus approach. Volgens deze methode komt enkel het aandeel van eigen O&O (onderzoek en ontwikkeling) uitgaven in het geheel van de totale O&O uitgaven voor de aftrek in aanmerking . Voor het bepalen van deze kosten worden dus de kosten van uitbesteding (onderaanneming) aan verbonden partijen uitgesloten, in tegenstelling tot de kosten van de uitbesteding aan niet-verbonden partijen die in aanmerking komen als kwalificerende kosten.
De ongebruikte aftrek kan worden overgedragen naar volgende jaren.